Democratisch deficit van het Koninkrijk der Nederlanden
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het democratisch deficit van het Koninkrijk der Nederlanden werd in 2001 door de Raad van State gedefinieerd als: “...het ontbreken van volledig gelijkwaardige democratische representatie van de bevolking van het Koninkrijk bij besluitvorming op Koninkrijksniveau”.
In het algemeen wordt gesproken van een democratisch deficit indien ogenschijnlijke democratische organisaties of instellingen (met name regeringen van landen) in de praktijk van het besturen tekortschieten in het nakomen van principes van een parlementaire democratie.
In 1997 heeft Ernst Hirsch Ballin, toen Eerste Kamerlid, in de Eerste Kamer gepleit voor het oprichten van een Koninkrijksparlement.[1] Zijn pleidooi kwam voort uit de behoefte van de toenmalige landen Aruba en de Nederlandse Antillen aan democratische controle op aangelegenheden van het Koninkrijk der Nederlanden.
Het ontbreken van (volledige) gelijkwaardigheid van de vier Koninkrijkslanden is in wezen in strijd met het gelijkheidsbeginsel verankerd in de grondrechten van vele (moderne) democratieën.