Slag bij Panipat (1761)
veldslag in India / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Derde Slag bij Panipat (14 januari 1761) was een veldslag tussen de troepen van de Afghaanse koning Ahmed Shah Durrani en de Maratha's. Op het spel stond de heerschappij over het noorden van India. De Afghanen werden bijgestaan door twee belangrijke inheemse bondgenoten: de nawab van Avadh Shuja-ud-Daula, vizier van het Mogolrijk; en de Rohilla's, een etnisch Afghaanse groep die zich in het noorden van India gevestigd had, aangevoerd door Najib-ud-Daula. De Maratha's werden aangevoerd door generaal Sadashiv Rao Bhau, een neef van peshwa Balaji Baji Rao. De derde slag bij Panipat was mogelijk de grootste veldslag van de 18e eeuw. Uit de klassieke oorlogsvoering is geen veldslag bekend met een hoger gemeld aantal doden in een enkele dag. De uitkomst was een verpletterende nederlaag van de Maratha's, die daardoor zodanig verzwakt werden dat ze een decennium lang geen aanspraak meer op het noorden van India konden maken. Het waren vooral de Britten die van het na afloop van de slag ontstane machtsvacuüm konden profiteren door hun heerschappij over delen van het noorden van India te vestigen.
Slag bij Panipat (1761) | ||
---|---|---|
Periode | 14 januari 1761 | |
Partijen | Durrani-rijk | Maratha-rijk |
Plaats | Panipat | |
Tekening van de derde slag bij Panipat met de belangrijkste aanvoerders. Ahmed Shah Durrani is zichtbaar op een bruin paard. Faizabad-stijl, Avadh, rond 1770. |