Eerste Germaanse klankverschuiving
wet van Grimm, lenitie van plofklanken vanuit Proto-Indo-Europees naar Proto-Germaans / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De eerste Germaanse klankverschuiving of Wet van Grimm is een onderscheid tussen de Germaanse talen en het Proto-Indo-Europees (PIE, de gezamenlijke voorouder van alle Indo-Europese talen). Deze klankverschuiving werd rond 1822 definitief uitgewerkt door Jacob Grimm.
Klankverschuivingen in de Germaanse talen |
Eerste Germaanse klank- verschuiving (wet van Grimm) |
Wet van Verner |
Tweede Germaanse klank- verschuiving (Hoogduits) |
Ingveonismen |
De wet van Grimm is een klankwet die een serie overeenkomsten tussen sommige plofklanken en wrijfklanken van de Germaanse talen en plofklanken van andere Indo-Europese talen (Grimm gebruikte vooral het Latijn en Grieks als referentie) beschrijft. Tegenwoordig wordt de wet van Grimm omschreven als de lenitie van plofklanken vanuit het Proto-Indo-Europees naar het Proto-Germaans (PGm, de gezamenlijke voorouder van alle Germaanse talen). De verschuiving bestaat uit drie afzonderlijke stadia die elkaar in de tijd hebben opgevolgd, waarbij elk stadium het 'gat' in de klankinventaris opvulde dat door het voorgaande werd achtergelaten. De drie stadia waren als volgt, met de klanken weergegeven in het Internationaal Fonetisch Alfabet:
- Proto-Indo-Europese stemloze plofklanken veranderen in stemloze wrijfklanken:
- *p > *ɸ
- *t > *θ
- *k > *x
- *kʷ > *xʷ
- Proto-Indo-Europese stemhebbende plofklanken worden stemloos:
- *b > *p
- *d > *t
- *g > *k
- *gʷ > *kʷ
- Proto-Indo-Europese stemhebbende geaspireerde plofklanken blijven stemhebbend maar verliezen hun aspiratie en worden meestal wrijfklanken:
- *bʰ > *b, *β
- *dʰ > *d, *ð
- *gʰ > *g, *ɣ
- *gʷʰ > *gʷ, *ɣʷ
De klanken ɸ, θ, x, xʷ worden in de Germaanse taalkunde meestal aangeduid als respectievelijk f, þ, h en hw. De twee verschillende uitkomsten van het derde stadium waren allofonisch verdeeld en in schrift wordt hier geen onderscheid gemaakt tussen de twee allofonen, de letters b, d, g, gw worden gebruikt voor beide. In alle gevallen blijft de plaats van articulatie (de plaats waar de klank gevormd wordt) steeds hetzelfde; de bilabiale plofklank *p wordt dus een bilabiale wrijfklank *ɸ, enzovoorts.
De klank *ɣʷ is in het Germaans door latere veranderingen verloren gegaan; in de meeste gevallen werd deze *w, in enkele gevallen *ɣ. De klank *gʷ bleef enkel behouden in de combinatie *ngʷ.