Evert Hingst
Nederlands advocaat (1969-2005) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Evert Constantijn Hingst (Utrecht, 22 maart 1969 - Amsterdam, 31 oktober 2005) was een Nederlands jurist en fiscalist. Hij was tot 1 juli 2005 strafrechtadvocaat in Amsterdam en werd meerdere malen gearresteerd op verdenking van medewerking aan witwaspraktijken. Hingst werd onder andere in verband gebracht met de criminelen Sam Klepper en John Mieremet. Hij werd op 36-jarige leeftijd vermoord.
Hingst werd geboren als Evert Constantijn Drijber, en was de jongste van de drie kinderen van tandarts Sipco Drijber en Lili Hingst. Rond zijn twintigste, na de scheiding van zijn ouders, nam hij de achternaam van zijn moeder aan.[1] Hij studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Tijdens zijn studie werkte hij twee jaar als vrijwilliger bij de Belastingwinkel. Als vrijwilliger in de rechtswinkel kreeg hij contact met Mink Kok. Hij studeerde in 1998 af in belastingrecht. Via Kok ging hij bij het Amsterdamse advocatenkantoor Toenbreker Advocaten werken, aanvankelijk als advocaat-stagiair.
Op 21 september 2004 viel de politie het kantoor van Hingst, evenals diens woningen in Amsterdam en Vinkeveen, binnen op verdenking van witwaspraktijken. Op 9 december van dat jaar werd hij aangehouden.
Op 25 april 2005 werd hij opnieuw aangehouden, ditmaal op verdenking van witwassen, valsheid in geschrifte en illegaal wapenbezit. In zijn kluis werden drie vuurwapens aangetroffen - volgens Hingst eigendom van Kok - en valse rijbewijzen en paspoorten met de foto van Mink Kok erop.
Hij liet zich op 1 juli 2005 vrijwillig van het tableau schrappen, mogelijk na verdenkingen van witwaspraktijken.
Hingst zou veel zaken met criminelen gedaan hebben. Wegens die criminele contacten probeerde de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE/TCI) hem te ronselen als informant. Hij zou dit hebben geweigerd, waarna de CIE/TCI zou hebben gedreigd hem onderuit te halen.