Herinneringsmedaille aan de Veiligheidsoperaties en de Ordehandhaving in Noord-Afrika
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Herinneringsmedaille aan de Veiligheidsoperaties en de Ordehandhaving in Noord-Afrika (Frans: Médaille commémorative des opérations de sécurité et de maintien de l'ordre en Afrique du Nord) is een Franse campagnemedaille. De medaille werd op 12 oktober 1956 ingesteld door president René Coty[1].
Herinneringsmedaille aan de Veiligheidsoperaties en de Ordehandhaving in Noord-Afrika | ||||
---|---|---|---|---|
Medaille | ||||
Uitgereikt door Frankrijk | ||||
Type | Medaille | |||
Bestemd voor | militairen en burgerpersoneel dat deelnam aan de strijd in Noord-Afrika | |||
Beschrijving | Herinneringsmedaille | |||
Statistieken | ||||
Instelling | 12 oktober 1956 | |||
Volgorde | ||||
Volgende (hoger) | Herinneringsmedaille aan de VN-operaties in Korea | |||
Volgende (lager) | Herinneringsmedaille aan de Operaties in het Midden-Oosten | |||
|
Frankrijk heeft tijdens de dekolonisatie van de Franse koloniën en protectoraten in Afrika en Azië zwaar met lokale verzetsbewegingen gevochten. Vooral in Vietnam en Algerije werd een bloedige strijd geleverd. Deze medaille was bestemd voor militairen en burgers die in vijf omstreden Noord-Afrikaanse gebieden bij veiligheidsoperaties en de ordehandhaving waren betrokken. De termen "veiligheidsoperaties en de ordehandhaving" zijn een eufemisme, vooral in Algerije ging het om een bloedige burgeroorlog. Twee miljoen Franse militairen werden gemobiliseerd en aan Franse zijde vielen 24.614 doden en 64.985 gewonden te betreuren. Pas in een wet van 18 oktober 1999 erkende de Franse regering dat het niet om ordehandhaving maar om een oorlog, de Algerijnse Oorlog, was gegaan[2].
De desbetreffende gebieden waren:
- In Tunesië, (1 januari 1952 tot 5 mei 1958, later verlengd tot 2 juli 1958[3]))
- In Marokko, (1 juni 1953 tot 5 mei 1958, later verlengd tot 2 juli 1958[3])
- In Algerije, (31 oktober 1954 tot 1 juli 1964)
- In de Sahara, (31 oktober 1954 tot 27 juni 1961)
- In Mauritanië, (10 januari 1957 tot 1 januari 1960)
Voor de gespen was een bijzondere regeling getroffen. Wie gedurende ten minste 90 dagen in verschillende gebieden had gezworven droeg de gesp van het gebied dat hij als laatste had aangedaan.
Ook de officieren en matrozen van de marine kwamen voor de medaille en de gespen in aanmerking wanneer hun schip ten minste 90 dagen binnen een periode van twee jaar naar een van de genoemde gebieden was gestuurd[4]. Iemand die voor een tijdens de operatie uitgevoerd misdrijf werd veroordeeld tot een gevangenisstraf, had nooit het recht om de medaille te dragen.