Limnische uitbarsting
natuurkundig verschijnsel / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een limnische uitbarsting (uitbarsting in zoet water) is een natuurverschijnsel waarbij opeens een grote hoeveelheid koolzuurgas (koolstofdioxide) of methaan uit een meer omhoog komt. Deze gassen hebben zich in de periode ervoor opgehoopt in de diepten van het meer. Dit kan tot een natuurramp leiden waarbij mensen en dieren langs de oevers verstikt raken en soms op grote schaal overlijden.[1][2]
Het verschijnsel wordt veroorzaakt doordat zich onder water een laag vormt waarin veel koolzuurgas of methaan is opgelost. Die gassen kunnen geologisch van oorsprong zijn of afkomstig zijn van rottend organisch materiaal op de bodem. Door de druk van de hogere waterlagen kan zich meer gas oplossen dan onder normale atmosferische druk. Wanneer dat diepe water in beweging komt, door bijvoorbeeld een aardverschuiving of een aardbeving, en aan minder druk is blootgesteld, komt het gas vrij en veroorzaakt verdere turbulentie en het uittreden van nog meer gas. Het fenomeen wordt wel eens vergeleken met een flesje koolzuurhoudende frisdrank dat plots wordt geopend.
In 1984 deed dit verschijnsel zich voor in het Monounmeer in Kameroen.[3] In 1986 kwamen bij een uitbarsting in het Nyosmeer, eveneens in Kameroen, 1.724 mensen en duizenden dieren om het leven.[4] In het Kivumeer,[1] op de grens tussen Congo-Kinshasa en Rwanda, zou zich in de toekomst hetzelfde kunnen voordoen.