Nachtblindheid
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Nachtblindheid, soms ook wel hemeralopie of in Engelstalige literatuur nyctalopia genoemd[1] (zie hieronder), is een aandoening van het netvlies van het oog (ICD-10 H53.6, E50.5). Nachtblindheid is het slecht of helemaal niet kunnen zien wanneer er weinig licht is. Dat kan 's avonds of 's nachts zijn, maar ook binnen bij zwakke verlichting. Zeer vervelend is dat iemand met nachtblindheid bij de overgang van licht naar donker altijd enige tijd nodig heeft om te kunnen kijken. Het kan tot ongeveer een uur duren voordat zien in het donker optimaal is.
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Bij nachtblindheid zijn altijd beide ogen in dezelfde mate aangetast. Als er slechts één oog is aangedaan, dan is er sprake van een oogziekte, bijvoorbeeld netvliesloslating.
Een specifieke vorm van nachtblindheid is nachtbijziendheid (nachtmyopie). Daardoor hebben sommige bijzienden in het donker een sterkere bril nodig dan normaal. Het is belangrijk om vast te stellen dat iemand last heeft van nachtblindheid om ongelukken te voorkomen. Bijvoorbeeld door 's avonds geen auto meer te rijden. Want wie nachtblind is, is in het donker een gevaar op de weg. Een nachtblinde kan de zijkanten van de weg niet zien.