Nefrogene systemische fibrose
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Nefrogene systemische fibrose (voorheen nefrogene fibroserende dermopathie) is een ernstige ziekte, die in 1997 voor het eerst is waargenomen[1] maar pas in 2000 werd beschreven. Het gaat om een voortschrijdende verharding van de huid, die soms voorkomt bij mensen met een zeer slechte nierfunctie. Er is een sterke relatie met een blootstelling aan gadolinium. Gadolinium wordt de laatste jaren toegepast in contrastmiddelen (zoals gadobutrol en gadoxetaat) voor MRI-scans. Deze link naar gadoliniumhoudend contrast werd in 2006 door Dr Grobner gelegd.
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Met meer dan 145 miljoen contrasttoedieningen tot dusver en 369 meldingen van nefrogene systemische fibrose (NSF), waarvan 2 uit Nederland, mag gezegd worden dat het een zeldzame aandoening is.