Netgewelf
architectonisch element / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een netgewelf is een gewelf met vele, elkaar kruisende ribben.
Het netgewelf is gebaseerd op het kruisribgewelf, maar heeft ook ribben die enkel als decoratie dienen.
Netgewelven zijn een type ribgewelf, waarbij een deel van de ribben een dragende functie heeft.
Zie de categorie Net vaults van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Architectonische aspecten kruiskerk
Onderdelen kruiskerk: | apsis · chevet · crypte · doksaal · doopkapel · hoogkoor · kerktoren · kloostergang · kooromgang · koorsluiting · kruising · narthex · oksaal · pandhof · priesterkoor · schip · spits · straalkapel · transept · vieringtoren · westwerk · zijbeuken · zijkapel |
Bouwkundige onderdelen: | arcade · beuk · boog · kapiteel · koepel · kraagsteen · kruispijler · lichtbeuk · luchtboog · luchtboogstoel · pijler · scheiboog · steunbeer · travee · triforium · ui · zadeldak · zuil |
Gewelfvormen: | koepelgewelf · kruisgewelf · kruisribgewelf · netgewelf · spitstongewelf · stergewelf · straalgewelf · tongewelf · waaiergewelf |
Onderdelen gewelf: | diagonaalrib · gewelfschotel · gewelfsleutel · gordelboog · lierne · muraalboog · sluitring · sluitsteen · tierceron |
Decoratieve onderdelen: | archivolt · baldakijn · communiebank · dakruiter · frontaal · gebrandschilderd glas · glas in lood · hogel · koorhek · kruisbloem · lantaarn · maaswerk · pinakel · register · roosvenster · timpaan · waterspuwer · zwik |