Norris v. Ierland
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Norris v. Ierland (EHRM 26 oktober 1988, nr. 10581/83)[1] is de roepnaam van een op 26 oktober 1988 door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) gewezen arrest, dat ziet op strafbaarstelling van homoseksualiteit tussen instemmende mannen in Ierland. De rechtszaak was aangespannen door homorechtenactivist David Norris en leidde ertoe dat homoseksualiteit in 1993 gedecriminaliseerd werd.
Snelle feiten Datum, Partijen ...
Norris v. Ierland | ||
---|---|---|
Datum | 26 oktober 1988 | |
Partijen | David Norris t. Ierland | |
Zaak | 10581/83 | |
Uitspraak | Schending artikel 8 EVRM (8 tegen 6) | |
Instantie | Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Plenair) | |
Rechters | Rolv Ryssdal (president), J. Cremona, Þór Vilhjálmsson, F. Gölcüklü, F. Matscher, L.-E. Pettiti, B. Walsh, V. Evans, C. Russo, R. Bernhardt, A. Spielmann, J. De Meyer, J.A. Carrillo Salcedo, N. Valticos (raadsheren) | |
Wetgeving | Artikel 8 EVRM | |
Onderwerp | Strafbaarstelling homoseksualiteit; recht op respect voor privé- en familieleven |
Sluiten
De zaak Norris v. Ierland vertoont grote gelijkenissen met de zaak Dudgeon v. Verenigd Koninkrijk uit 1981, waarin werd geoordeeld dat de wetten in Noord-Ierland die homoseksualiteit tussen instemmende mannen verbieden in strijd zijn met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.[2][3]