Oorsprong van water op Aarde
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De oorsprong van water op Aarde is het onderwerp van onderzoek op het gebied van planetologie, astronomie en astrobiologie. Daarnaast is het de vraag waarom er op Aarde meer water voorkomt dan op de andere aardachtige planeten in het zonnestelsel – Mercurius, Venus en Mars – is tot op heden nog niet duidelijk. Toen de Aarde in zijn planetesimale fase zat, was er waarschijnlijk al wel water aanwezig. Dit water en andere lichtgewicht vloeiende eenheden als koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en stikstof (N2) kwam meestal uit vulkanen of via uitgassen van de Aarde, en vormden een waterdamploze Aardse atmosfeer.
Een deel van het water moet zijn ontstaan door het uitgassen van magma, dat uit het binnenste van de Aarde komt. Een andere factor die voor het water op Aarde zorgde was de inslag van kometen, transneptunische objecten of waterrijke planetoïden (protoplaneten) die van buiten de planetoïdengordels op de Aarde terechtkwamen. Metingen naar de samenstelling van de waterstofisotopen deuterium en protium (D/H-verhouding) duiden daarbij eerder op planetoïden, omdat in de waterverbindingen van koolachtige chondrieten dezelfde verhoudingen werden gevonden als die van het oceanische water, aangezien voorgaande metingen van de isotopen in kometen en transneptunische objecten slechts gedeeltelijk overeenkwamen met het water op Aarde.