Panpsychisme
metafysisch begrip en filosofische leer / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Panpsychisme is een metafysisch begrip en een filosofische leer. Het woord komt uit het Grieks: 'pan'= alles, geheel en 'psychè'= ziel, geest; het is een synoniem van 'al-bezielings-leer'. Panpsychisme gaat ervan uit dat ofwel alle materie bezield is, ofwel, in ruimere zin, dat de kosmos als organisme bezield is. Hiermee wordt niet bedoeld dat alle materie levend is of bewustzijn bezit, maar eerder dat de samenstellende delen van de materie of wat het vormgeeft een soort bewustzijn heeft. Het panpsychisme kent aldus niet alleen aan mens en dier, maar ook aan planten en aan alles in de anorganische natuur een vorm van bewustzijn toe. Dus ook materie zou volgens het panpsychisme van psychische aard zijn, met als conclusie de identificatie van psychè met substantie.
Als wijsgerig stelsel leunt het panpsychisme aan tegen het spiritualisme van bijvoorbeeld Berkeley en Leibniz en zelfs tegen het Idealisme. Ook kan men het zien als Monisme of eenheidsleer zoals het pantheïsme van Spinoza, het panvitalisme van Plato en de Stoa - die beiden het bestaan van een Wereldziel poneerden - en het panlogisme van Hegel. Henri Bergson beargumenteerde volgens Milic Capek ook een vorm van panpsychisme op basis van de onderstelling dat materie, hoe klein 'haar' massa of energie ook is, duur moet hebben.[1] Dit is een voorbeeld van panpsychisme binnen de procesfilosofie. Gustav Theodor Fechner (Duits filosoof, 1801-1887) zou de grondlegger zijn van het panpsychisme, dat Gerard Heymans (Nederlands filosoof, 1857-1930) als psychisch monist verder uitgebouwd heeft.