Partagetraktaat (1661)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Partagetraktaat (1661) is de volkenrechtelijke overeenkomst tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de door Spanje geregeerde Zuidelijke Nederlanden omtrent de verdeling van de Landen van Overmaas in een Staats en een Spaans deel. Partagetraktaat is een algemene term en staat voor delingsverdrag.
Door het ontwikkelen van een Staats gebied in de regio werd de basis gelegd voor het ontstaan van het latere Zuid-Limburg.
Nadat de Republiek in 1632, dankzij de Maasveldtocht van Frederik Hendrik, vaste voet aan de grond had gekregen in het zuiden van het huidige Limburg, traden de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden in de rechten van de hertog van Brabant – dat was toen de koning van Spanje – als co-soeverein van Maastricht. Bovendien verwierven zij delen van de Landen van Overmaas en annexeerden zij in de loop der tijd ook nog een aantal geënclaveerde vrije heerlijkheden, zoals de heerlijkheden Elsloo en Stein. Staats-Overmaas werd een van de Generaliteitslanden.
Bij de Vrede van Münster in 1648 waren de verhoudingen tussen de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden in de Maaslandse territoria verder uitgekristalliseerd, maar niet definitief vastgelegd. In het Maasland was er sprake van een patstelling: geen van beide partijen had het gehele Maasland kunnen veroveren. Elk had slechts delen in handen.
Nog in 1658 had Spanje geprobeerd om de Landen van Overmaas grotendeels te behouden, op aandringen van de religieuze orden in de Zuidelijke Nederlanden, die zich zorgen maakten om de talrijke kloosters en het uitgestrekte kerkelijke grondbezit in dit gebied. Na de Vrede van de Pyreneeën in 1659, waardoor Frankrijk zich verder versterkt had als Europese grootmacht, veranderde Spanje ook op dit punt van houding en hechtte meer belang aan goede betrekkingen met de Republiek.
De auteur van het Partagetraktaat aan Nederlandse zijde was Johan de Witt, raadpensionaris van Holland, die op dat ogenblik onder meer het succesrijke buitenlands beleid van de Republiek bepaalde. De onderhandelaar namens Spanje was Esteban de Gamarra, ambassadeur in Den Haag. In december 1661 werd overeenstemming bereikt over een verdeelsleutel voor het gebied, waarbij de steden Valkenburg, Heerlen en Dalhem in Nederlandse handen kwamen. Het traktaat werd namens de Republiek ondertekend door Rutger Huyghens, J. de Merode, Johan de Witt, Johan Kien, Johan van Reede, E. van Bootsma, B.I. Mulert, J. Isbrandts, J. Van der Hooghe van Borssele en Hieronymus van Beverningk.