Pro Ecclesia et Pontifice
pauselijke onderscheiding / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Pro Ecclesia et Pontifice (Latijn: Voor Kerk en Paus) is een pauselijke onderscheiding voor bewezen diensten aan de Rooms-Katholieke Kerk of het rooms-katholieke geloof.
De onderscheiding is ingesteld op 17 juli 1888 door paus Leo XIII, ter gelegenheid van zijn vijftigjarig jubileum als priester. De onderscheiding werd oorspronkelijk in brons, zilver en goud uitgereikt, maar in 1908 bepaalde paus Pius X dat de medaille alleen nog in goud zou worden uitgereikt. De huidige medaille heeft een ander ontwerp gekregen, met op de voorkant de apostelen Petrus en Paulus in twee halfronde nissen en de tekst PRO ECCLESIA ET PONTIFICE, en hangt aan een geel en wit lint, de pauselijke kleuren.[1]
Boven de twee halfronde nissen is het wapen van de regerende paus met de tiara en de sleutels van Sint-Petrus afgebeeld. Op de einden van de andere drie armen is een kruis afgebeeld.
De onderscheiding werd ingesteld in een Apostolische brief die naar de aanhef " Quod Singulari Dei Concessu" wordt genoemd. In eerste instantie was het kruis dat in brons, zilver en goud werd geslagen gedacht voor medewerkers en medewerksters aan het Pauselijk vijftigjarig priesterjubileum.
Paus Pius X maakte in 1908 een einde aan het uitreiken van bronzen en zilveren kruisen. De kunstzinnige Paus Paulus VI die veel van beeldhouwwerk en reliëfs hield en de kerkelijke kunst wilde vernieuwen en aanmoedigen liet een nieuw ontwerp voor het kruis maken. Hij wijzigde ook de kleur van het lint in goud en zilver.