Energiebelasting in Nederland
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De energiebelasting is een in 1996 in Nederland ingevoerde heffing, toen nog regulerende energiebelasting (REB) genoemd, op het gebruik van elektriciteit en aardgas, geregeld in de Wet belastingen op milieugrondslag.
Deze belasting is ingevoerd als onderdeel van de vergroening van het belastingstelsel door de twee paarse kabinetten. De heffing is budgetneutraal ingevoerd, dat wil zeggen tegelijkertijd met de invoering van de energiebelasting zijn de inkomstenbelastingen met een bedrag gelijk aan de opbrengst van de energiebelasting verlaagd. Het doel van de energiebelasting is een efficiënt gebruik van energie te stimuleren.
In eerste instantie was groene stroom vrijgesteld van deze belasting. Buitenlandse producenten mochten vanwege EU-regels echter niet worden buitengesloten. Dit zorgde voor het weglekken van belastinggelden naar het buitenland. Per 1 juni 2004 is deze vrijstelling daarom opgevolgd door de Ministeriële regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP).
Voor aardgas gebruikt als voertuigbrandstof (cng) is een speciaal (laag) tarief van toepassing. Ook is voor de Nederlandse tuinbouwsector een verlaagd energiebelastingtarief van toepassing.
De energiebelasting wordt geïnd door het leverende energiebedrijf, dat deze belasting afdraagt aan de belastingdienst.