Verdrag van Trianon
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Verdrag van Trianon werd op 4 juni 1920 gesloten tussen de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog en de overgebleven rompstaat Hongarije.
Verdrag van Trianon | ||||
---|---|---|---|---|
De opdeling van Oostenrijk-Hongarije na de Eerste Wereldoorlog | ||||
Verdragstype | Vredesverdrag | |||
Onderwerp | Beëindiging WWI met Hongarije | |||
Ondertekend | 4 juni 1920 in Versailles | |||
Ondertekenaars | Geallieerden en het koninkrijk Hongarije | |||
|
Het verdrag is genoemd naar het in Versailles gelegen paleis Grand Trianon, waar de ondertekening plaatsvond. Het was het vierde van de vijf Parijse voorstadsverdragen: eerder waren er al verdragen gesloten met Duitsland, Oostenrijk en Bulgarije. Turkije zou later nog volgen.
De Hongaarse delegatie, onder leiding van graaf Albert Apponyi, had zich ingesteld op moeilijke onderhandelingen, maar al snel bleek dat er niets te onderhandelen viel. Hongarije moest de geallieerde vredesvoorwaarden zonder noemenswaardige aanpassing accepteren.
Het land werd gereduceerd tot slechts 29% van zijn oorspronkelijke grondgebied.
- Het moest Zevenburgen (Transsylvanië), de oostelijke helft van het Banaat en de gebieden rond de steden Satu Mare (Szatmárnémeti) en Oradea (Nagyvárad) aan het koninkrijk Roemenië afstaan.
- Opper-Hongarije, bestaande uit het latere Slowakije en Karpato-Roethenië (Kárpátalja) ging naar Tsjecho-Slowakije.
- Het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen, het latere Joegoslavië, kreeg Vojvodina, waaronder de westelijke helft van het Banaat, voorts Kroatië, dat voordien een semiautonoom deel van Transleithanië was, en nog enkele kleinere gebieden ten noorden daarvan: Prekmurje (Muravidék), Međimurje (Muraköz) en de Baranya-driehoek.
- Oostenrijk kreeg ten slotte een strook die later het Burgenland zou gaan heten.
Het grootste deel van de verloren gebieden werd niet bewoond door etnische Hongaren omdat er veel oorlogen waren geweest. Dit waren onder andere de Mongoolse invasies en verschillende oorlogen in de Balkan tijdens de terugval van het Ottomaanse rijk. Vele etnische Hongaren stierven in deze conflicten. Zo zagen de Slowaken, Roemenen en Zuid-Slaven hun nationale aspiraties verwezenlijkt worden. Door de eenzijdige manier waarop de grenzen bepaald werden, kwamen enkele miljoenen Hongaren buiten Hongarije te wonen (zie Hongaarse minderheden), vooral in Transsylvanië, de Vojvodina en langs de zuidgrens van Tsjecho-Slowakije. Ruwweg bleven ongeveer 3,3 miljoen Hongaren in de buurlanden achter. De Slavische en Roemeense minderheden in Hongarije bedroegen daarentegen ongeveer 0,3 miljoen personen. Verder telde Hongarije nog een grote groep (ca. 0,5 miljoen) Volksduitsers. In tegenspraak met de beloofde principes van president Woodrow Wilson hield het Verdrag van Trianon geen rekening met de feitelijke etnische samenstelling van Centraal-Europa. Van de aangekondigde zelfbeschikking kwam niets terecht na het referendum in en rond Sopron, waar de bevolking koos om bij Hongarije te horen.