Vlamvertrager
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een vlamvertrager of brandvertrager is een materiaal dat vuur verhindert of de verbreiding van vuur vertraagt. In de natuur voorkomende stoffen zoals asbest, maar ook synthetische materialen als PBDE's (polybroomdifenylether), pcb's (polychloorbifenyl) en PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) worden hiervoor ingezet. Er zijn echter op dit moment nieuwe alternatieven op de markt die op een ecologische wijze de ingrediënten samenstellen, denk daarbij bijvoorbeeld aan de HCA en Finivlam brandvertrager. Deze brandvertrager kan tevens stoffen zoals katoen en linnen onbrandbaar maken (EN 1102) en hout in de hoogste Europese klasse brandvertragend maken (B-S1-D0 volgens de SBI test 13501:01).
Wereldwijd werden in 2001 1,2 miljoen ton vlamvertragers verwerkt in producten (met een waarde van bijna 2 miljard Amerikaanse dollar). In 2010 zal de waarde al gestegen zijn tot 3,4 miljard dollar.[1] Het grootste aandeel hiervan betreft aliminiumoxide-trihydraat (43% aandeel), met op de tweede plaats de gebromeerde chemicaliën (21%) en als derde organofosforchemicaliën (14%).[2]
De volgende processen worden met vlamvertragers bewerkt:
- Verwijderen van H- en OH-radicalen
- Voorkomen van pyrolyse
- Produceren van een beschermende laag op het materiaal
- Produceren van stikstof of andere niet-brandbare gassen, die het zuurstof verdrijven
- Productie van water, waardoor het brandende of brandbare object wordt gekoeld en warmte (energie) wordt verwijderd. (Warmte = energie en kan in principe niet verwijderd worden. De warmte wordt verspreid, waardoor de gemiddelde temperatuur daalt.)
Er zijn ook vlamvertragers die deze processen synergetisch combineren.