Von Neumann-architectuur
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Von Neumann-architectuur (ook wel bekend als het Von Neumann-model of het Princeton-architectuur) is een computerarchitectuur, die gebaseerd is op wat in 1945 door de wis- en natuurkundige John von Neumann en anderen werd beschreven in First Draft of a Report on the EDVAC.[1] Dit document beschrijft een ontwerparchitectuur voor een elektronische digitale computer, waar de delen bestaan uit een centrale verwerkingseenheid (CPU), die op zijn beurt uit een rekenkundig-logische eenheid (ALU) en processorregisters bestaat, een besturingseenheid (Control Unit), bestaande uit een instructieregister en programmateller, een computergeheugen (Memory Unit) om zowel data als de instructiesets op te slaan en ten slotte externe massaopslag en input en output-mechanismen (Input en Output Devices).[1]
In de loop der tijd is de betekenis van een Von Neumann-architectuur geƫvolueerd tot elke stored program-computer waarin het ophalen van een instructie en een bewerking op de data niet op hetzelfde moment kunnen plaatsvinden, dit omdat zij een gezamenlijke bus delen. Dit wordt wel aangeduid als de Von Neumann-flessenhals en is vaak een beperkende factor in de prestaties van een computersysteem.[2]