Walter Schellenberg
Duitse SS'er / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Walter Friedrich Schellenberg (Saarbrücken, 16 januari 1910 – Turijn, 31 maart 1952) was een Duitse SS-Brigadeführer en Generalmajor in de Waffen-SS en werkzaam bij het Reichssicherheitshauptamt op Amt III (Sicherheitsdienst).
Walter Schellenberg | ||||
---|---|---|---|---|
Walter Schellenberg | ||||
Geboren | 16 januari 1910 Saarbrücken, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 31 maart 1952 Turijn, Italië | |||
Rustplaats | Cemetery Commune de la Grande Croce Turin, Turijn (provincie), Italië[1][2] | |||
Religie | Katholiek tot april 1937, kerkuittreding[3] daarna Gottgläubig[4] | |||
Land/zijde | Nazi-Duitsland | |||
Onderdeel | Allgemeine-SS Sicherheitspolizei Waffen-SS | |||
Dienstjaren | 1934 - 1945 | |||
Rang | SS-Brigadeführer en Generalmajor in de Waffen-SS en de politie | |||
Eenheid | Gestapo 1935 - 1 januari 1937[5] | |||
Bevel | I/11/SD Hauptamt[5] Staatspolizeistell Dortmund 27 september 1939 - 31 oktober 1939[5] Gruppe IV E/RSHA 12 juni 1940 - 1 juli 1941[5][6] Amt VI/Ausland-SD/RSHA 24 februari 1943 - 29 april 1945[5][7] Amt Mil./Ausland/Abwehr/RHSA 1 augustus 1944 - 29 april 1945[8] | |||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
In 1939 was Schellenberg betrokken bij het Venlo-incident. Een aantal dagen na het Venlo-incident werd Schellenberg onderscheiden met het IJzeren Kruis 1e en 2e klasse. In datzelfde jaar was Schellenberg verantwoordelijk voor de totstandkoming van het spionagebordeel Salon Kitty.[9]
Schellenberg stelde in 1940 de Sonderfahndungliste GB op. Op deze lijst, ook wel het zwarte boek genoemd, stonden 2.820 namen van Britse personen en Europese bannelingen, die naar het Verenigd Koninkrijk waren gevlucht. Al deze personen moesten direct na het slagen van Operatie Seelöwe worden gearresteerd of uitgeschakeld.
In mei 1941 organiseerde Schellenberg de uitvoering van het akkoord tussen Reinhard Heydrich, chef van het Reichssicherheitshauptamt, en generaal Wagner, betreffende de inzet van de Einsatzgruppen. In 1942 volgde hij Heinz Jost op als hoofd van Amt VI (Buitenlandse inlichtingen) van het Reichssicherheitshauptamt.
Op 21 juli 1944 werd Schellenberg bevorderd tot SS-Brigadeführer und Generalmajor der Polizei. Hij werd aan de staf van Heinrich Himmler toegevoegd en werd diens vertrouwensman. In februari, maart en april 1945 organiseerde hij geheime ontmoetingen tussen Himmler en graaf Folke Bernadotte, de vicedirecteur van het Zweedse Rode Kruis. Deze gesprekken dienden om een afzonderlijke vrede tussen de Westerse geallieerden en Duitsland te bewerkstelligen. Ze liepen op niets uit omdat het Westen weigerde zaken te doen met Himmler, die medeverantwoordelijk was voor de genocide op de Joden, en alleen een onvoorwaardelijke overgave van Duitsland wilde accepteren.
Schellenberg werd in juni 1945 gearresteerd. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij zijn memoires. Een militair tribunaal in Neurenberg veroordeelde hem in 1949 tot een gevangenisstraf van zes jaar, maar om gezondheidsredenen werd hij al in 1951 vrijgelaten. Coco Chanel, die na de bevrijding van Parijs naar Zwitserland was gevlucht, stelde Schellenberg financieel in staat met zijn vrouw in Zwitserland te verblijven. Nadat hij door de Zwitserse autoriteiten was uitgewezen, vestigde hij zich onder de naam Louis Kowalki te Pallanza. Ook zijn behandeling van een leverkwaal werd door Chanel betaald.[10] Schellenberg overleed een jaar na zijn vrijlating aan de gevolgen van kanker.