18-elektronenregel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De 18-elektronenregel[1][2][3] is een regel in de scheikunde die vooral zijn waarde bewijst bij het voorspellen van de formules van stabiele metaalcomplexen. De theoretische achtergrond van de regel is gebaseerd op het feit dat de valentieschil van overgangsmetalen bestaat uit negen valentieorbitalen die met elkaar ruimte bieden aan 18 elektronen. De elektronen kunnen als bindend elektronenpaar optreden tussen het metaal en een ligand, maar ook als vrij elektronenpaar aanwezig zijn. Een andere manier om hetzelfde te zeggen is dat de negen atoomorbitalen samen met de aanwezige ligandorbitalen leiden tot negen moleculaire orbitalen die zowel bindend als niet-bindend karakter kunnen bezitten. Als er 18 valentie-elektronen in een complex aanwezig zijn, dan heeft het complex dezelfde elektronenconfiguratie als het edelgas aan het einde van de periode uit het periodiek systeem waar het metaal in staat. De regel, en de uitzonderingen erop, zijn vergelijkbaar met de octetregel voor de elementen van de hoofdgroepen van het periodiek systeem. Deze regel kan niet toegepast worden op de (aard)-alkalimetalen, de lanthaniden en de actiniden.
De 18-elektronenregel werd in 1927 voor het eerst geformuleerd door de Britse scheikundige Nevil Sidgwick.