Boatsje
type boot / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een boatsje is de Friese benaming voor een klein soort tjotter van slankere opzet, typisch voor de Friese binnenwateren. Een boatsje heeft een lengte-breedteverhouding van ongeveer 1:3 (bij een tjotter is dat ongeveer 1:2).
Dankzij hun geringe diepgang waren de boatsjes zeer geschikt voor het ondiepe water. Deze scheepjes waren meestal eengangsboten, dus met slechts één gang tussen vlak en berghout of boeisel/bovenboord.[1] De scheepjes hebben geen losse vloer in het ruim, men loopt op het vlak. Achter onder het helmhout is een bun. De mast staat in een koker met een kling ervoor. Ze voerden een spriettuig met een fok. Meestal was er een zwaard, die telkens over de lage boeg werd gehangen. Deze scheepjes werden verder geboomd of soms geroeid.[2]