Dynamische en formele equivalentie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Dynamische en formele equivalentie zijn twee mogelijke analyses van de manier waarop bij het vertalen met moeilijke vertaalbare woorden en woordgroepen - te denken valt aan zaken als realia, vaste uitdrukkingen en idioom - kan worden omgegaan. Volgens de eerste benadering (die ook wel bekendstaat als functionele equivalentie) moet vooral de onderliggende gedachte van de brontekst in de doeltaal zo adequaat mogelijk worden overgebracht, desnoods ten koste van zaken als woordvolgorde en schrijfstijl. Volgens de andere benadering moet de vertaling een zo letterlijk mogelijke woord-voor-woord-weergave van de brontekst zijn, desnoods ten koste van de stijl van de doeltaal. Bij dynamische equivalentie staat dus de leesbaarheid centraal, en bij formele equivalentie het letterlijke vertalen.
De termen "formeel equivalent" en "dynamisch equivalent" zijn bedacht door Eugene Nida. Oorspronkelijk hadden ze alleen betrekking op het vertalen van de Bijbel, maar inmiddels worden ze gebruikt in alle soorten vertalingen.