E-health
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
E-health, telehealth of telegeneeskunde is het toepassen van informatie- en communicatietechnologie ten dienste van de gezondheidszorg.[1][2][3][4] E-health omvat diverse technieken, projecten, services en systemen die op afstand werkzaam zijn, van oudsher vooral via de telefoonlijn, maar sinds de wijdere beschikbaarheid van breedbandverbindingen steeds meer via het internet. E-health kan personeelsdruk verminderen en kosten besparen. E-health is een toepassingsgebied van klinische informatiekunde, dat behoort tot het overkoepelende vakgebied medische informatiekunde.
Doordat het fysieke contact ontbreekt, kan de zorgverlener geen gebruik maken van lichamelijk onderzoek of non-verbale communicatie maar is afhankelijk van wat de patiënt hem vertelt.[5] Wel kunnen biometrische gegevens doorgezonden worden, bijvoorbeeld van een activiteitstracker.[6] Diverse richtlijnen voor zorgverleners stellen dat zorgverlener en patiënt elkaar wel gezien moeten hebben. Gezien de onveiligheid van het internet kan privacygevoelige informatie bij onbevoegden terechtkomen.[5]
De term e-health kwam voor het eerst in 1999 voor in de wetenschappelijke literatuur.[7] Door onder andere de Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Unie worden richtlijnen opgesteld ter bevordering van e-health. In landen waar de afstanden groter zijn (Canada, VS) is e-health sterk aanwezig.
In 2004 liep een proefproject in België met het Wit-Gele Kruis waarbij hulpbehoevende bejaarden en chronisch zieken op afstand (dus online) werden gevolgd.[6] Onderzoek in Nederland wijst uit dat bij zorg op afstand het aantal verwijzingen van patiënten naar het ziekenhuis met 70 procent afneemt. Volgens sommige critici worden de voordelen van e-health veel te positief voorgesteld. Ook zou de definitie van e-health erg rommelig zijn. Zo laat men vaak ook de automatisering van onder andere ziekenhuizen en huisartsen onder e-health vallen. Een zwakke definitie maakt het erg moeilijk om het effect van e-health te meten.
De artsenvereniging Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst en het Nederlands Huisartsen Genootschap hebben elk richtlijnen doen verschijnen over het online doen van consulten.[5][8]