Hongaars
officiële taal van Hongarije / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Hongaars (magyar, magyarul, magyar nyelv) is de officiële taal van Hongarije en daarnaast de taal van de Hongaarse minderheden in de omringende landen. De taal heeft nu in totaal ongeveer 14,5 miljoen sprekers, waarvan 9,9 miljoen in Hongarije. Het is daarmee, na het Turks, de grootste taal in Europa die niet tot de Indo-Europese talen behoort.[1][2]
Hongaars magyar, magyarul | ||||
---|---|---|---|---|
Gesproken in | Hongarije en door de Hongaarse minderheden in Roemenië, Slowakije, Servië, Oekraïne, Kroatië, Oostenrijk en Slovenië | |||
Sprekers | 14,5 miljoen | |||
Rang | 57 | |||
Taalfamilie | ||||
Alfabet | Hongaars alfabet, Hongaars braille | |||
Officiële status | ||||
Officieel in | ||||
Erkende minderheidstaal in |
||||
Taalorganisatie | Magyar Tudományos Akadémia Nyelvtudományi Intézete | |||
Taalcodes | ||||
ISO 639-1 | hu | |||
ISO 639-2 | hun | |||
ISO 639-3 | hun | |||
Hongaars als voertaal, gebaseerd op gegevens van het CIA World Factbook 2006 | ||||
|
Verwantschappen
Oeraalse taalfamilie: |
---|
Het Hongaars is de grootste van de Fins-Oegrische talen. Binnen de Fins-Oegrische talen vertegenwoordigt het Hongaars, samen met het Wogoels en het Chantisch, de Oegrische tak.
Geen enkele andere Fins-Oegrische taal lijkt in voldoende mate op het Hongaars dat er sprake zou kunnen zijn van onderlinge verstaanbaarheid. Verwante talen als het Fins en het Estisch zijn voor een Hongaar even onbegrijpelijk als voor iemand die alleen het Nederlands beheerst.
Geschiedenis
Het Hongaars is in het eerste millennium na Christus met de Hongaren uit het oosten naar Europa gekomen. Onderweg werd de woordenschat uitgebreid met veel woorden uit Turkse en Iraanse talen. Sinds de taal ruim duizend jaar geleden het Karpatenbekken bereikte, onderging de taal invloeden van de omringende Slavische en Germaanse talen en in mindere mate van het Latijn en het Italiaans. Tegenwoordig is het Engels de belangrijkste bron van nieuwe woorden. De Hongaarse standaardtaal berust op het noordoostelijke dialect. De verschillen tussen de Hongaarse dialecten zijn overigens gering. Het meest afwijkend is nog het Hongaars dat wordt gesproken door de Csángó's in Roemeens Moldavië.
Taalvernieuwing
In de 19e eeuw kwam er een taalvernieuwing op gang die werd gevoed door schrijvers als Ferenc Kazinczy. Deze voegde veel nieuwe woorden toe door streekbegrippen te introduceren in het standaard Hongaars, maar ook door Latijnse begrippen letterlijk te vertalen. Zo werd het Latijnse materia (materiaal) anyag in het Hongaars. Verder droeg hij Hongaarse woorden aan ter vervanging van woorden afkomstig uit de Duitse spreektaal; Krumpli (aardappel) werd bijvoorbeeld burgonya in het Hongaars, en Kellner werd pinczér (tegenwoordig gespeld als pincér).
Schrift
Het Hongaars wordt traditioneel in het Hongaarse alfabet geschreven. De oudste Hongaarse tekst, de zogenaamde Lijkrede (Halotti beszéd) dateert van het einde van de twaalfde eeuw. Het is de oudste bewaard gebleven geschreven tekst in enige Finoegrische taal.
Om de in het klassiek Latijnse alfabet ontbrekende klanken weer te geven worden di- en trigrafen en diakritische tekens gebruikt. Het volledige Hongaarse alfabet bevat 44 "letters".
Voor blinden en slechtzienden is er Hongaars braille.
Belangrijkste kenmerken
Kenmerkend voor het Hongaars[3][4], zoals voor de meeste Finoegrische talen, is dat veel informatie binnen één woord wordt samengebracht door het gebruik van uitgangen (suffixen), die hun zelfstandige betekenis bewaren. Zulke talen worden agglutinerende talen genoemd. Door woorden aan elkaar te "plakken" worden eenvoudig nieuwe woorden gevormd.
- Voorbeeld van woordvorming: város (= stad) + térkép (= kaart) → várostérkép = stadsplattegrond.
- Voorbeelden van uitgangen: házamban=in mijn huis, látlak=ik zie jou.
Het Hongaars verschilt op een aantal punten duidelijk van het Nederlands:
- de klemtoon valt altijd op de eerste lettergreep van het woord
- de woorden worden vrijwel fonetisch geschreven
- zowel de klinkers als de medeklinkers komen voor in een korte en een lange vorm
- zinnen hebben in het algemeen een dalende zinsmelodie, maar bij beslissingsvragen wijkt deze af
- klinkerharmonie is belangrijk bij de uitgangen voor naamvallen, bij de vervoeging van werkwoorden en bij de woordvorming
- grammaticaal geslacht ontbreekt
- uitgangen bij de verbuiging van naamwoorden, voornaamwoorden en telwoorden lijken sterk op elkaar
- de vervoeging van werkwoorden wordt mede bepaald door de aard van het lijdend voorwerp: de onbepaalde of subjectieve vervoeging en de bepaalde of objectieve vervoeging
- bij de vervoeging van werkwoorden zijn er ook uitgangen voor de persoon, het getal, de tijd, de wijs
- waar in het Nederlands vaak voorzetsels worden gebruikt, heeft het Hongaars achterzetsels en achtervoegsels; deze kunnen ook weer gecombineerd worden met persoonsuitgangen
- nieuwe werkwoorden en naamwoorden kunnen op een regelmatige wijze gevormd worden met behulp van afleidingsuitgangen
- om bezit aan te duiden worden persoonsuitgangen gebruikt in plaats van bezittelijke voornaamwoorden
- na een telwoord staat het zelfstandige naamwoord in het enkelvoud.
Het Nederlands heeft zeer weinig leenwoorden uit het Hongaars. Het Nederlandse woord koets (net als het Spaanse woord coche en het Engelse woord coach) komt uit het Hongaars, van het woord kocsi dat voor auto wordt gebruikt, naar de plaats Kocs waar koetsen gemaakt werden.
De 44 grafemen ('letters') van het Hongaarse alfabet |
|
|
|
Weergave van de spraakklanken gebeurt met het Hongaarse alfabet. Het Hongaars is altijd met het Latijnse schrift geschreven. De oudste Hongaarse tekst, de zogenaamde Lijkrede (Halotti beszéd) dateert van het einde van de twaalfde eeuw. Het is de oudste bewaard gebleven geschreven tekst in enige Finoegrische taal.
Om de in het Latijnse alfabet ontbrekende klanken weer te geven worden digrafen, trigrafen en diakritische tekens gebruikt. Het Hongaars wordt vrijwel fonetisch geschreven met een alfabet van 44 grafemen ("letters"), waaronder een aantal digrafen ("cs", "dz", "sz") en een trigraaf ("dzs").
De lange klinkers onderscheiden zich van de korte door diakritische tekens (boven de letter geplaatste streepjes) die dus niet een accent voorstellen!
Ook medeklinkers kunnen kort of lang zijn: lange medeklinkers wordt geschreven door een verdubbeling van de korte.
- Voorbeelden klinkers: hat=zes vs. hát=rug. Zo heeft de plaatsnaam Kővágószőlős allemaal lange klinkers, en de plaatsnaam Magyarhertelend alleen maar korte klinkers.
- Voorbeelden medeklinkers: megy=hij gaat vs. meggy=morel.
Hoewel in woordenboeken de woorden in alfabetische volgorde staan, staan de woorden met korte en met lange klinker bij elkaar.
- Voorbeeld: woorden beginnend met a staan gemengd met de woorden beginnend met á, maar woorden beginnend met c staan apart van de woorden beginnend met cs.
Er bestaat een Oud-Hongaars runenschrift (székely–magyar rovásírás), dat tegenwoordig weleens langs de weg wordt toegepast bij de aanduiding van plaatsnamen.
Hongaars alfabet | a | á | b | c | cs | d | dz | dzs | e | é | ë | f | g | gy | h | i | í | j | k | ak | l | ly | m |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Oud-hongaarse runen Unicode standaardontwerp |
|||||||||||||||||||||||
Hongaars alfabet | n | ny | o | ó | ö | ő | p | q | r | s | sz | t | ty | u | ú | ü | ű | v | w | x | y | z | zs |
Oud-hongaarse runen Unicode standaardontwerp |
Het Hongaars braille is afgeleid van unified international braille, maar heeft enkele aanpassingen, waardoor bijvoorbeeld de korte en lange varianten van sommige klinkers elkaars spiegelbeeld zijn.
a |
á |
b |
c |
cs |
d |
e |
é |
f |
g |
gy |
h |
i |
í |
j |
k |
l |
ly |
m |
n |
ny |
o |
ó |
ö |
ő |
p |
q |
r |
s |
sz |
t |
ty |
u |
ú |
ü |
ű |
v |
zs |
Klemtoon en intonatie
De klemtoon van een woord ligt op de eerste lettergreep. Dit geldt ook voor lange woorden en voor leenwoorden.
De intonatie van vragende zinnen met een gesloten vraag[5] wijkt af van die van de overige zinnen, inclusief de vraagzinnen met een vraagwoord (bijvoorbeeld: ki=wie, mi=wat, hol=waar, melyik=welke, hogy=hoe).[6] Deze hebben vaak een nauwelijks dalende intonatie, met een stijging bij de voorlaatste lettergreep (voor zover de zin meer dan twee lettergrepen telt, maar ook kortere vraagzinnen van dit type hebben een specifieke intonatie). Ontbreekt deze intonatie, dan wordt de zin niet als vraag opgevat. Overige vraagzinnen en stellende zinnen hebben over het algemeen een dalende intonatie.
Klinkers
Klinkertypen
De Hongaarse klinkers kunnen worden ingedeeld volgens tongstand, ronding, lengte en openheid.
Indeling van de klinkers naar tongstand bij de vorming; de plaats in de mond van articulatie:
- achterklinkers, achter in de mond gevormd of velair: a, á, o, ó, u, ú
- voorklinkers, voor in de mond gevormd of palataal: e, é, i, í, ö, ő, ü, ű
Indeling naar klinker- of lipronding; de mate waarin de lippen zich tijdens de vorming van klinkers in een geronde stand bevinden:
- zonder lipronding: á, e, é, i, í
- met lipronding: a, o, ó, u, ú, ö, ő, ü, ű
Indeling naar lengte (duur) van de klinkers, waarbij lange klinkers dubbel zo lang worden aangehouden als de korte:
- korte klinkers: a, e, i, o, ö, u, ü
- lange klinkers: á, é, í, ó, ő, ú, ű
Halflange en stomme klinkers komen niet voor.
Indeling naar openheid van de klinkers:
- open klinkers: á, e
- halfgesloten klinkers: a, é, o, ó, ö, ő
- gesloten klinkers: i, í, u, ú, ü, ű
Klinkerharmonie
De drie klinkertypen bij de Hongaarse klinkerharmonie | ||
klinker- of lipronding |
articulatieplaats, tongstand | |
achterklinker, lage klinker |
voorklinker, hoge klinker | |
zonder ronding |
«a», «á» | «e», «é», «i», «í» |
met ronding |
«o», «ó», «u», «ú» |
«ö», «ő», «ü», «ű» |
Het Hongaars kent klinkerharmonie, waarbij de indelingen naar tongstand en klinkerronding van belang zijn. Klinkerharmonie houdt in dat
- de klinkers binnen een enkelvoudig woord in beginsel alle voorklinkers of alle achterklinkers zijn.
- het gebruik van uitgangen bij naamvallen en bij de werkwoordvervoeging hangt af van de (laatste) klinker van de stam van het zelfstandige naamwoord of het werkwoord waaraan de uitgang worden toegevoegd.
- Voorbeelden: de woorden fodrászhoz = naar de kapper en találkozunk = wij ontmoeten kennen alleen achterklinkers, terwijl de woorden csütörtökönte = iedere donderdag en üdvözlettel = met achting alleen voorklinkers kennen.
De "neutrale" klinkers i, í en é kunnen binnen de regels van de klinkerharmonie zowel in woorden met voor- als achterklinkers voorkomen.
- Voorbeelden van woorden met neutrale klinkers zijn: hideg = koud, hidak = bruggen, teljesít = volledig maken, szárít = (laten) drogen.
Voor samengestelde woorden wordt voor de regel van de klinkerharmonie slechts het laatste deel genomen.
- Voorbeelden: Budapest ← Buda + Pest, dus: Budapestre = naar Boedapest; Városliget ← város + liget, dus Városligetnek = aan/van het Városliget.
In leenwoorden (zoals Amszterdam, Amszterdamban = in Amsterdam) zijn soms ook uitzonderingen op de regel van klinkerharmonie: niet altijd bepaalt de laatste lettergreep voor de achtervoegsel welke klinker gebruikt moet worden.
Achter de stam van verschillende woordsoorten (zoals werkwoord, zelfstandig naamwoord) kunnen, rekening houdend met de klinkerharmonie, suffixen, achtervoegsels of uitgangen geplaatst worden. Met het plaatsen van dergelijke uitgangen
- vindt de vervoeging van werkwoorden plaats,
- worden de meervouden gevormd,
- worden naamvallen gevormd, zoals het meewerkend voorwerp (3de naamval of datief) en het lijdend voorwerp (4de naamval of accusatief).
Suffixen voegen zich naar de klinkerharmonie en kunnen in principe alleen klinkers hebben van de klinkercategorie waartoe (de laatste lettergreep van) het voorafgaande woord behoort.
- Voorbeelden met het suffix voor -ban,-ben = in: a házban = in het huis, Debrecenben = in Debrecen.
Voorbeelden met het suffix voor -on,-en,-ön = op: az asztalon = op de tafel, a széken = op de stoel, a földön = op de grond.
Harmonische vormen, instabiele beginklinkers en bindvocaal
Voorbeelden harmonische vormen, instabiele beginklinkers en bindvocaal | |||||
---|---|---|---|---|---|
harmonische vormen |
uitgang | stam | |||
verlagende stam (eindigend op medeklinker) |
niet-verlagende stam eindigend op | ||||
medeklinker | klinker | ||||
niet- harmonische uitgangen |
onveran- derlijk |
-kor (=om, tijdstip) | |||
beginklinker vervallen (instabiel) |
-m (=mijn) | ||||
twee- harmonische uitgangen |
beginklinker verlaagd |
-am/-em (=mijn) |
|||
beginklinker niet-verlaagd |
-unk/-ünk (=onze) |
-unk/-ünk (=onze) |
|||
begin- medeklinker |
-nak/-nek (aan, voor) | ||||
drie- harmonische uitgangen |
beginklinker vervallen (instabiel) |
N.B.: -on/-en/-ön (=op) |
-om/-em/-öm (=mijn) |
-tok/-tek/-tök (=jullie) | |
begin- medeklinker |
-hoz/-hez/-höz (=naar) |
Een uitgang kan gezet worden achter zelfstandige naamwoorden, maar ook bijvoorbeeld achter zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
Op grond van de klinkerharmonie worden verschillende typen uitgangen onderscheiden. Daarbij speelt ook de aard van de stam en van de uitgang zelf een rol.[3]
- Bij niet-harmonische vormen is er slechts een vorm van de uitgang. Voorbeelden van dergelijke uitgangen zijn:
- -kor=om (temporalis)
- -ért=wegens (causalis-finalis)
- -ig=tot (terminatief, plaats en tijd)
- -é=die van ....
- De twee-harmonische vormen komen het meeste voor. De keuze uit de twee alternatieve vormen hangt af van de klinkers in de stam waarachter deze wordt geplaatst, maar als de stam eindigt op een klinker en de uitgang begint met een instabiele klinker, kan deze laatste vervallen. Voorbeelden zijn:
- -nek/-nak=voor, aan (datief)
- -val/-vel=met (associatief)
- -unk/-ünk=onze (possessiefsuffix), maar de beginklinker vervalt bij stammen eindigend op een klinker zodat de uitgang wordt: -nk=onze
- De drie-harmonische vormen zijn er in twee typen:
- een drie-harmonische uitgang met een onveranderlijke drie-harmonische uitgang, zoals:
- -hoz/-hez/-höz=naar (allatief)
- -szor/-szer/-ször=-maal (multiplicatief)
- een drie-harmonische uitgang met instabiele beginklinker. Deze uitgang kan wijzigen als de stam verlagend is tot twee-harmonische vorm, of de instabiele beginklinker kan vervallen als de stam op een klinker eindigt. Voorbeelden zijn:
- -om/-em/-öm=mijn (possessiefsuffix), dit wordt achter een verlagende stam: -am/-em; en achter een klinker: -m
- -otok/-etek/-ötök=jullie (possessiefsuffix), dit wordt achter een verlagende stam: -atok/-etek; en achter een klinker: -tok/-tek/-tök
- -on/-en/-ön=op (superessief), dit blijft zo achter een verlagende stam; achter een klinker: -n
- -ot/-et/-öt (accusatief), dit wordt achter een verlagende stam: -at/-et; en achter een klinker: -t
- -ok/-ek/-ök (meervoud), dit wordt achter een verlagende stam: -ak/-ek; en achter een klinker: -k
- een drie-harmonische uitgang met een onveranderlijke drie-harmonische uitgang, zoals:
Vaak wordt de instabiele beginklinker van uitgangen als "bindvocaal" beschouwd, waarbij de verkorte vorm van de uitgang wordt gegeven. De "bindvocaal" is dan -o-, -e-, -ö- of -a-, en wordt er geen aandacht geschonken aan "verlagende stammen".
Verlagende stammen zijn vaak zelf ook onregelmatig. In het woordenboek staat dit aangegeven met een voorbeeld van een verlaagde bindvocaal -a-, bijvoorbeeld -at.
Verlagende stammen
Verlagende stammen[3] zijn stammen die de vorm van toe te voegen uitgangen (zoals voor meervoud, de accusatief, bezitsaanduiding) in samenhang met de klinkerharmonie veranderen, waarbij de klinker van de uitgang ontrond en verschuift van een hogere naar een lagere klinker (ö→e of o→a). Dit vindt onder andere plaats bij:
- een groot aantal zelfstandige naamwoorden, waarvan veel ook een veranderlijke stam hebben
- sommige zelfstandig gebruikte telwoorden, bijvoorveeld: három=drie, hármat=drieaccusatief
- zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, bijvoorbeeld piros=rood, A pirosat kérem=Ik wil de rode.; vörös=rood, Iszom egy vöröset=Ik drink een rode.
Niet alleen stammen kunnen verlagend zijn, maar ook enkele uitgangen:
- alle meervouden van zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: kutyák=honden, kutyákat=hondenaccusatief
- alle bezitsuitgangen van zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: kutyám=mijn hond, kutyámat=mijn hondaccusatief
Na een verlagende stam komen aangepaste uitgangen voor van enkele drie-harmonische vormen met "instabiele beginklinker" (deze wordt ook vaak "bindklinker" genoemd). Deze beginklinkers van uitgangen kunnen vervallen (bijvoorbeeld na een stam die eindigt op een klinker), of worden vervangen door verlaagde twee-harmonische vormen. Voorbeelden: orr=neus, orram=mijn neus, fül=oor, füled=jouw oor.
Uitgangen en onveranderlijke, verlagende of alternerende stammen van naamwoorden, telwoorden, achterzetsels | ||||||||
Stam van: naamwoorden, telwoorden, achterzetsels ↓ |
Uitgangen, suffixen, achtervoegsels | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
met beginklinker | met begin- medeklinker | |||||||
3-harmonisch meest instabiel |
2-harmonisch instabiel |
accusatief 3-harmonisch instabiel |
stabiel 1-harmonisch | |||||
voorbeelden → ↓ |
-ok/-ek/-ök, -ak/-ek, k -om/-em/-öm, -am/-em, -m -odik/-edik/-ödik, -adik/-edik -on/-en/-ön, -n ! |
-unk/-ünk, -nk | -ot/-et/-öt, -at/-et, -t | -é, -ig, -ért |
-hoz/-hez/-höz -nál/-nél -ban/-ben -val/-vel[7] | |||
Eindklinker -a/-e standaard verlengend -á/-é[8] |
kutya = hond | kutyák | kutyánk | kutyát | kutyáé | kutyához | ||
lecke = les | leckék | leckénk | leckét | leckéért | leckével | |||
Onveranderlijke stam[9] |
eindklinker niet verlengend (niet -a/-e) |
holló = raaf | hollók | hollónk | hollót | hollóé | hollóval | |
kocsi = wagen | kocsim | kocsink | kocsit | kocsiig | kocsiban | |||
fésű = kam | fésűn | fésűnk | fésűt | fésűért | fésűhöz | |||
regelmatig (standaard) |
nap = dag, zon | napod | napunk | napot | napig | nappal | ||
kert = tuin | kerted | kertünk | kertet | kerté | kerttel | |||
öt = 5, vijf | ötödik | ötünk | ötöt | ötig | öthöz | |||
bőrönd = koffer | bőröndötök | bőröndünk | bőröndöt | bőröndért | bőröndben | |||
regelmatig, accusatief ingekort [10] |
lány = meisje | lányok | lányunk | lányt | etcetera és a többiek | |||
kés = mes | kések | késünk | kést | |||||
gőz = damp | gőzök | gőzünk | gőzt | |||||
verlagende stam [11] |
fal = muur | falak, falon | falunk | falat | ||||
fej = hoofd | fejem, fejen | fejünk | fejet | |||||
szög = spijker, hoek | szögek, szögön | szögünk | szöget | |||||
verlagend bijna alle bijvoeglijke naamwoorden |
piros = rood | pirosak, piroson | pirosunk | pirosat | ||||
fehér = wit | fehérek, fehéren | fehérünk | fehéret | |||||
zöld = groen | zöldek, zöldön | zöldünk | zöldet | |||||
Alter- nerende (verander- lijke) stam [12] |
klinker- verliezend [13] |
(niet verlagend) |
dolog = ding | dolgok | dolgunk | dolgot | etcetera és a többiek | |
eper = aardbei | eprek | eprünk | epret | |||||
köröm = nagel | körmök | körmünk | körmöt | |||||
verlagende stam |
bátor = dappere | bátrak | bátrunk | bátrat | ||||
három = 3, drie | harmadik | hármunk | hármat | |||||
birodalom = rijk | birodalmak | birodalmunk | birodalmat | |||||
érzelem = gevoel, emotie | érzelmek | érzelmünk | érzelmet | |||||
letter- omwisseling |
pehely = vlok | pelyhek | pelyhünk | pelyhet | ||||
teher = gewicht | terhek | terhünk | terhet | |||||
klinkerverkortende, verlagende stam [14] |
madár = vogel | madarak | madarunk | madarat | ||||
egér = muis | egerek | egerünk | egeret | |||||
tűz = vuur | tüzek | tüzünk | tüzet | |||||
v-stam, verlagend |
v-toevoegend, eindklinker- verkortend [15] |
ló = paard | lovak | lovunk | lovat | |||
cső | csövek | csövünk | csövet | |||||
fű = gras | füvek | füvünk | füvet | |||||
v-toevoegend, ontrondend [16] |
hó = sneeuw | - | havat, hót | |||||
tó = meer | tavak | tavunk | tavat | |||||
eindklinker in v veranderend [17] |
falu = dorp | falvak, faluk | falunk | falut ! | ||||
tetű = luis | tetvek | tetűnk | tetűt !, (tetvet) | |||||
bij bezit 3de persoon enkelvoud |
eindklinker | stam (enkelvoud) | meervoud | bezitssuffix 3depers. | etcetera és a többiek | |||
ontrondend [18] |
ajtó = deur | ajtók | ajtaja | |||||
erdő = bos | erdők | erdeje | ||||||
alternerend [19] |
borju = kalf | borjuk | borja | |||||
varju = kraai | varjuk | varja |
Alternerende stammen
Een alternerende of veranderlijke stam verandert onder invloed van een toegevoegde uitgang. Een dergelijke stam is veelal ook een verlagende stam. Deze woorden moeten in het algemeen worden opgezocht in het woordenboek.
Als standaard wordt beschouwd dat de stam niet verandert onder invloed van een uitgang, en dat van de uitgang de eventueel aanwezige instabiele beginklinker (ook wel bindklinker genoemd) vervalt na een stam eindigend op een klinker.
- Voorbeelden van onveranderlijke stam zonder verlies van de beginklinker van de uitgang: nap→napot (zon, dag, 4de naamval), kert→kertek (tuin, tuinen), bőrönd→bőröndök (koffer, koffers).
- Voorbeelden van onveranderlijke stam met verlies van de beginklinker van de uitgang: holló→hollót (raaf), 4de naamval, kocsi→kocsik (auto, auto's).
De standaard uitzondering is dat als de stam eindigt op -a/-e, deze eindklinkers worden verlengd tot -á/-é en de instabiele beginklinker van de uitgang vervalt.
- Voorbeelden: kutya→kutyát (hond, 4de naamval), lecke→leckét (les, 4de naamval).
Veranderlijke stammen komen voor bij zelfstandige naamwoorden, maar ook bijvoorbeeld bij sommige bijvoeglijke naamwoorden en telwoorden. Een speciale groep vormen de stammen die veranderlijk zijn bij een derde persoon bezitsuitgang.
Het bovenstaande gaat in het algemeen op bij meervouden en bij bezitsuitgangen. De 4de naamval voor het lijdend voorwerp wordt standaard aangegeven door -ot/-et/-öt. Bij verlagende stammen worden de uitgangen -at/-et. Dit geldt onder andere achter meervoudsuitgangen, bezitsuitgangen, zelfstandig gebruikt bijvoeglijke naamwoorden en achter veel zelfstandige naamwoorden. De instabiele beginklinker van de uitgang vervalt en wordt -t achter een stam eindigend op een klinker of achter een niet-verlagende stam, eindigend op -sz, -z, -s, -zs, -j, -ly, -l, -r, -n, -ny.
Medeklinkers
medeklinkers met van Nederlands afwijkende uitspraak | ||
Medeklinker | Uitspraak | Lange medeklinkers |
---|---|---|
c | ts | cc |
cs | tsj | ccs |
dzs | dzj | ddzs |
gy | dj | ggy |
ly | j | lly |
ny | nj | nny |
s | sj (maar palataler) | ss |
sz | s | ssz |
ty | tj | tty |
zs | zj (maar palataler) | zzs |
Ook de medeklinkers kunnen allemaal kort of lang zijn. Lange medeklinkers worden dubbel geschreven en ook dubbel lang aangehouden.
De medeklinkers worden ongeveer zo uitgesproken als in het Nederlands, behalve in een aantal gevallen (zie tabel).
Stemhebbende medeklinkers behouden hun stem ook aan het woordeinde; een woord als ad ("hij/zij/het geeft") wordt dus uitgesproken met een [d] op het eind, en niet als [at], zoals men in het Nederlands zou doen.