Korenmeter
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een korenmeter was in vroeger tijden een door het stadsbestuur aangestelde ambtenaar die erop toezag dat de handel in graan eerlijk verliep.
De korenmeters waren beëdigd met het afmeten van partijen graan volgens standaardmaten.[1] Ze controleerden of de maat juist was. Ook werd gemeten hoeveel het nettogewicht per hectoliter bedroeg.[2] De korenmeters hielden tevens toezicht op de graanlevering.[1] Ze bepaalden en noteerden de aangevoerde hoeveelheden en de te betalen accijns (invoerrechten).[2] Ook vervulden ze heel andere taken, zoals "het oppakken van deugnieten" en het bestrijden van branden.[3]
De korenmeter gebruikte een schepel (een houten schop om graan te scheppen), een strekel (een stok om een met graan gevulde ton af te strijken) en een wan (een schaalvormige mand om het kaf van het koren te zuiveren).[3] De wan had waarschijnlijk de inhoud van een schepel (25 liter).[2] De uitdrukking "aan de strijkstok blijven hangen" stamt af van het afstrijken van een standardmaat met een strekel (strijkstok) bij de verkoop van graan.[4]
Een aantal steden in de Lage Landen stelden korenmeters aan. In Gent waren de korenmeters al in de Middeleeuwen van belang, omdat de stad destijds het stapelrecht op graan had.[5] In Nederland waren de korenmeters vooral in de Gouden Eeuw van groot belang, toen de graanhandel een zeer vooraanstaande rol in de economie speelde (zie moedernegotie).[1]
Tot in de 20e eeuw bleven korenmeters actief. In Franeker zouden de laatste twee korenmeters nog in de Tweede Wereldoorlog dienst hebben gedaan.[2]